Heidekoe weer terug in TwenteOoit graasden in Twente de heidesnikkers op heidevelden. De koetjes komen na een eeuw in Twente terug op landgoed Het Lankheet in Haaksbergen. Voor begrazing van nieuwe heidevelden om Europese topnatuur met elkaar te verbinden. De heidekoe staat niet bekend als een fijnproever. Een eeuw geleden liepen de opvallend kleine zwart-witte koeien nog op Twentse heidevelden en andere 'woeste grond'. Want het ook wel als heidesnikker bekend staande koetje neemt genoegen met schrale vegetaties van taaie heide en dor pijpenstrootje. Het runderras raakte door de opkomst van kunstmest en strakgroene weiden ook in Twente een eeuw geleden in de vergetelheid. Nu komen ze terug. Op landgoed Het Lankheet in Haaksbergen. "Gelukkig wist Wim Geraedts van het Geldersch Landschap een paar jaar geleden in Denemarken de laatste heidekoeien letterlijk voor de poorten van het slachthuis weg te halen. Inmiddels lopen weer enkele kleine groepen in Nederland rond in Drenthe, Limburg en op de Veluwe", zegt Eric Brinckmann, beheerder-rentmeester van Het Lankheet. Het Lankheet wil de heidekoetjes de komende jaren inzetten als 'beheerders' van nieuwe heidegebieden aan de oostzijde van het omvangrijke landgoed. Hier wordt aan weerszijden van de Rekkenseweg vandaag begonnen met het kappen van 4 hectare bos om het heideareaal uit te breiden. Samen met 3 hectare te dunnen bos en 3 hectare schrale landbouwgrond moet hier weer samen met reeds bestaande heideterreinen een groter heideareaal ontstaan. Na het kappen zal met een groep van vijf heidekoetjes de toekomstige heide worden onderhouden. "Prachtig dat op deze manier het ooit in Twente algemene heidekoetje na honderd jaar weer terugkeert", zegt Brinckmann. De komst van de heidesnikkers past in het streven van het landgoed om weer oude Twentse rassen in te zetten. "Deze koeien horen in Twente thuis en zijn ideaal voor begrazing van natuurgebieden." De uitbreiding van de heide past in het streven van natuurorganisaties in Haaksbergen om bestaande gebieden die deel uitmaken van het Europese natuurnetwerk Natura2000 in Haaksbergen met elkaar te verbinden. "Door de vorming van heide willen we in dit deel van het landgoed een ecologische verbinding tot stand brengen met de natuur in andere belangrijke natuurgebieden in Haaksbergen. Dat maakt deel uit van het zogenoemde Blauwe Parelplan om natuur in Haaksbergen te verbinden. Het bos dat we kappen, is feitelijk boomopslag van oude heidegebieden die hier in het verleden lagen", zegt landgoedeigenaar Bernard Rouffaer. De omvorming naar heideareaal moet Het Lankheet verbinden met het Buurserzand en het Witte Veen van Natuurmonumenten en het Haaksbergerveen van Staatsbosbeheer. Samenwerking tussen de eigenaren van deze Twentse topnatuurgebieden kan de nu al unieke natuurkwaliteit verder versterken. Beheerder Jaap in 't Veld van Natuurmonumenten in Twente is enthousiast. "Door het ontstaan van nieuwe natuur in Het Lankheet kan het leefgebied van een aantal zeldzame soorten worden uitgebreid. Bijvoorbeeld van het in Nederland zeer zeldzame gentiaanblauwtje, een bijzondere dagvlinder. Maar ook van bijzondere soorten als heideblauwtje, nachtzwaluw, hoogveenglanslibel, hazelworm adder en levendbarende hagedis. En er ontstaat nieuw leefgebied voor de zandhagedis", zegt In 't Veld. Volgens hem heeft de bestaande samenwerking al geresulteerd in een goede bescherming van de das in het Haaksbergse gebied. Begrazing gebeurt nu al met Schotse hooglanders in het Witte Veen en met Herefordrunderen in het Buurserzand. In 't Veld sluit niet uit dat ook in dit laatste gebied weer heidesnikkers gaan grazen. Het zijn sterke dieren die met schraal voedsel genoegen nemen en bovendien van oorsprong thuis horen in Twente. Zonder begrazing zouden heidevelden dichtgroeien met bomen. Het verbinden van de natuurgebieden in Haaksbergen zal in de komende jaren geleidelijk aan vorm krijgen. Volgens Wim Oltwater, PvdA-fractievoorzitter in Haaksbergen en voorzitter van de Historische Kring Haaksbergen, heeft het verbinden van natuurgebieden niet alleen maar ecologische voordelen. "Je ziet nu al dat de natuurgebieden een groot aantal bezoekers kennen en dat van wandel- en fietsmogelijkheden massaal gebruik wordt gemaakt. Het koppelen van de gebieden zal ook door recreanten zeer worden gewaardeerd." Bron: TC Tubantia van donderdag 18 februari 2016 Auteur: Jan Benngevoord
Botenhuis in het bosVerstopt tussen de bomen ligt, even buiten Haaksbergen, het nieuwe en tegelijk ook oude botenhuis voor de Buurser Pot. Architectuur voor in het bos. Het ruikt er naar hout. Alleen het geluid van een kleine waterval bij de sluis in de Buurserbeek verstoort de stilte. Hier, onder hoge bomen, ligt sinds kort een van de opmerkelijkste botenhuizen van Nederland. De jonge Amsterdamse architect Sybren de Graaf maakte het ontwerp, het eerste project van het door hem opgerichte architectenbureau Dynck. Een gebouw kan je de wonderlijke constructie, zichtbaar vanaf de Oliemolenweg, niet noemen. Wat er laag boven het maaiveld uitsteekt, is eigenlijk niet meer dan een dak op poten. Het grootste deel van het open bouwwerk ligt lager, verstopt in de oevers van de Buurserbeek. Een smalle aftakking van de beek voert ernaar toe. Daarover vaart binnenkort de Buurser Pot, de nostalgische zomp waarmee in oude tijden van het Duitse Ahaus naar Deventer werd gevaren. Behalve het golvende dak is het vooral de constructie van het botenhuis die tot de verbeelding spreekt. Wie zich onder het dak op een van de twee lager gelegen kades waagt, komt terecht in een woud van houten balken met vertakkingen door de hele ruimte. De associatie met een bos ligt voor de hand en is ook door de ontwerper zo bedoeld. De locatie, pal naast de houtwerf De Botterkolk, vroeg om een zo natuurlijk mogelijk ingreep, passend in het landschap. Met de keuze voor een veredelde boomconstructie als drager legt hij een logische verbinding tussen de architectuur en het omringende bos van landgoed Het Lankheet. De directe inspiratiebron voor De Graaf is echter de vorig jaar afgebroken rode houtsculptuur van de Belgische kunstenaar Arne Quinze in Brussel. Ook hij creëerde, naast het parlementsgebouw, een soort bos, maar dan als autonoom kunstwerk en zonder dak. De toepassing in de architectuur zoals in Haaksbergen is nieuw, evenals de keuze voor het materiaal: al het hout dat voor het botenhuis werd gebruikt, is afkomstig uit de directe omgeving. Het lag lange tijd in het water, voordat het als staander, dwarsbalk of dragende balk met behulp van duidelijk zichtbare schroeven als een veredeld bouwpakket in elkaar werd gezet. In een streek die niet direct bekend staat om zijn watersport, is het botenhuis een aanwinst. Straks, als het golvende dak bedekt zal zijn met een laag mos, zal de schoonheid ervan alleen nog maar groter worden. Moderne, eigentijdse bouwkunst met oude materialen: een tochtje met de Buurser Pot behoort binnenkort tot de architectonische hoogtepunten van Haaksbergen. Bron: TC Tubantia van zaterdag 8 augustus 2015 Auteur: Herman Haverkate ‘Je ziet het bijna groeien. Als kool’● Kweek van eendenkroos heeft toekomst Je wilt het niet in je vijver: eendenkroos. Op landgoed Het Lankheet in Haaksbergen kunnen ze er echter niet genoeg van krijgen. Daar is begonnen met de teelt van deze kleine waterplantjes, ook wel waterlinzen genoemd. Het is te doen om de eiwitten in eendenkroos. Die kunnen gebruikt worden in vleesvervangers, maar ook in lijm en verf. HAAKSBERGEN Door de Universiteit Wageningen is de afgelopen jaren in laboratoriumbakken geëxperimenteerd met het kweken van eendenkroos. „Als dat nu ook op grote schaal hier in de vrije natuur lukt, komt er een fantastisch alternatief voor chemische middelen in verf en lijm, maar ook voor bijvoorbeeld sojabonen”, zegt Eric Brinckmann, beheerder-rentmeester van Het Lankheet. Hij is tevens projectleider van de teelt van eendenkroos in vijvers op het landgoed op de grens van Twente en de Achterhoek. „Eendenkroos levert tien keer zoveel eiwitten als soja. Voor de verbouw daarvan worden nu miljoenen hectares tropisch bos gekapt. Nederland is na China de grootste sojaimporteur. Juist hier kunnen we met een duurzaam alternatief komen. In Nederland kan eendenkroos bovendien een mooie extra inkomstenbron worden voor boeren die op hun land vele onrendabele sloten, poelen en uiterwaarden hebben.” Het is nog toekomstmuziek. „Maar het begin is heel veelbelovend. Kijk maar”, zegt Brinckmann. Hij buigt een dikke haag riet opzij en wijst hij op het midden van een vijver, waar binnen een cirkel van plastic buizen het eendenkroos zich ophoopt. Brinckmann komt er dagelijks kijken. „Je ziet het bijna groeien. Als kool. Dat is het mooie van deze plantjes. Als het warm is, exploderen ze.” Dat bleek eerder in de waterbakken van de UniversiteitWageningen. „Maar daar gebeurt het onder optimale omstandigheden. Je hebt er geen last van eenden, luizen, kroosvlinders en rupsen: de natuurlijke vijanden van deze plantjes. Ook de waterkwaliteit wordt daar continu gecontroleerd. Deze proef hier is ook bedoeld om te ervaren welke watertypes zich het beste lenen voor kweek van eendenkroos in de natuur. Het is een leerproces.” Dat merkten ze een paar weken geleden toen de eerste oogst in een andere vijver op het landgoed in Haaks-bergen volledig mislukte. „Er zitten daar wellen, waardoor vooral in deze zomerperiode veel zwavel en ijzer in het water komt. Daar blijken deze plantjes dus niet tegen te kunnen.” De proef in de vijvers op het landgoed bij Haaksbergen is mogelijk door een provinciale subsidie en wordt in het land nauwlettend gevolgd door verschillende bedrijven. Zoals door ABC Kroos uit Groenlo, die zich toelegt op industriële benutting van eendenkroos. Het bedrijf be-schikt over een speciale techniek om er eiwit in gelvorm of als droge poeder uit te halen. VloerenspecialistVloerenspecialist Unipro uit Haaksbergen en Rolsma Advanced Biobased Paints, een dochter van het schildersbedrijf gebroeders Van der Geest uit Enschede, ondersteunen de proef in Het Lankheet. Unipro en Rolsma werken samen om het eiwit uit eendenkroos als alternatief voor chemische middelen te gaan gebruiken in respectievelijk lijm en verf. „Er is al aangetoond dat het kan”, zegt Maurice Beijk, die door Unipro speciaal is aangesteld om innovatieve en duurzame productiemethoden te ontwikkelen. Beijk merkt op dat Dynaplak in Veendam, een productiebedrijf voor industriële lijmen, testen heeft gedaan met grondstoffen uit eendenkroos voor lijm. „Daarbij gaat het om lijm voor het plakken van etiketten op artikelen. We onderzoeken of dit eiwit ook voor lijm voor vloeren geschikt is. Het zal nog wel even duren voordat we zo ver zijn dat we het ook als zodanig op de markt kunnen brengen. Ook al omdat je daarvoor aan veel eisen moet kunnen voldoen.” Dat geldt zeker voor toepassing van dit natuurlijk eiwit in voedingsproducten, zoals groenteburgers of quiches. Betrokken bedrijven tonen zich echter bijzonder optimistisch. Colubris uit Winterswijk, dat nauw samenwerkt met ABC Kroos, is al bezig met de ontwikkeling van een ma-chine om eendenkroos op grootschalige wijze te oogsten. „Nu harken we het nog bij elkaar. Colubris maakt een soort drijvende grasmaaier die je vanaf de kant kunt bedienen”, aldus Brinckmann. „Dit is zo’n mooi natuurlijk product”, zegt de beheerder van Het Lankheet, terwijl hij een handvol eendenkroos voor zich uitstrekt. „Zelfs het afval is bruikbaar. De Eendracht uit Rouveen, een veevoederproducent, heeft al met testen aangetoond dat de schilletjes nog genoeg eiwit bevatten om te verwerken tot voer voor kippen.” OOK PROEF MET WATERVARENTJESLandgoed Het Lankheet blijkt letterlijk een voedingsbron voor innovatieve alternatieven voor de voedsel- en chemische industrie. Behalve met eendenkroos vindt er op het landgoed bij Haaksbergen een proef plaats met de kweek van azolla. Dit watervarentje bevat net als eendenkroos veel eiwit, maar daarnaast ook hoogwaardige olieën, aldus Eric Brinckmann. „In vergelijking met eendenkroos is azolla veel kwetsbaarder. In Wageningen zijn testen gedaan met kweek van azolla in een beschermde omgeving. In een van de vijvers kijken we hier nu of deze plantjes ook goed willen groeien op gewoon oppervlaktewater.” ‘Eendenkroos levert tien maal zoveel eiwitten als soja, waarvoor tropisch bos wordt gekapt’ (Eric Brinckmann, rentmeester) Bron: TC Tubantia van zaterdag 1 augustus 2015 |
Copyright 2018 Het Lankheet