Ontwikkelingsvisie Lankheet

Landgoed Het Lankheet is volop in ontwikkeling. De volgende stap is om de Buurserpot te laten varen.

Eric Brinckmann ziet het al helemaal voor zich. In zijn gedachten vaart de Buurserpot al trots over de wateren. Vol met bezoekers die zich vergapen aan de fraaie natuur langs de Botter- en Buurserbeek. Een schipper achter het roer, inclusief kapiteinspet, tevreden lurkend aan een tabakspijp. Idylle ten top. De landschapsfilosoof en (mede)beheerder van Het Lankheet moet even geduld hebben. Het werk is in volle gang. Opsteker is dat het in Enter gebouwde bootje de proefvaart met glans doorstaan heeft. Op korte termijn verhuist de ‘pot’ naar Haaksbergen, waar de testvaarten verder gaan. Het plan om de boot straks tussen de Botterkolk (pal naast de grote houtdroogschuur aan de Oliemolenweg) en de Oostendorper Watermolen te laten varen, vormt de spil in de ontwikkelingsvisie voor Het Lankheet.

“In 2015 willen we hier grotendeels klaar zijn”, zegt Brinckmann, terwijl hij de diepe waterkolk overziet. “Dan heb ik het over de historische wateromleiding rond de kolk, het gereedmaken van de beek en uiteindelijk de bootvaarten op het volledige traject. De vaart kan al stapsgewijs in 2014 beginnen tussen de watermolen en de eerste stuw.” In de kolk drijven tientallen boomstammen, hier en daar dik begroeid. Stammen die later worden gebruikt om het geplande haventje achter de droogschuur te bouwen. Momenteel is daar slechts een diep gat te zien. Maar in 2014 moet er een fraaie en ingenieuze constructie verrijzen. “Onverwoestbaar”, zegt de beheerder. “Het ontwerp heeft een soort schelpvorm. Planken en stukken hout zijn over elkaar gelegd. Dusdanig stevig, dat er een grote zwerfkei op zou kunnen rusten.” In de toekomstige haven vertrekt niet alleen de Buurserpot. Ook kunnen gasten er een kopje koffie of een glas thee’ nuttigen. Het ontwerp van de wateromleiding rond de Botterkolk en de beken is gebaseerd op stokoude kaarten. “In 1847 zijn de beken van Twente in kaart gebracht door twee legeringenieurs. Deze heren Thomas Stieltjes en Willem Staring waren de eersten die dat gedetailleerd hebben gedaan. Door de jaren heen is er natuurlijk het nodige veranderd, dus bij de reconstructie houden het waterschap en het landgoed rekening met deze kaarten.”

De link tussen natuur en historie is voor de toekomstige plannen van levensbelang. “Aan de nieuwe toevoegingen koppelen we ook een educatief programma. Een programma dat niet alleen leerzaam is voor de kinderen van Haaksbergse basisscholen, maar ook spannende verhalen bevat. Ik stel me voor dat ze dan op de Buurserpot over de beek varen en zelf de sluisjes bedienen. En dat de omgeving door die verhalen en het werken aan boord tot leven komt.” Het zijn plannen die verdergaan dan de vloeiweiden van het huidige Waterpark en de toekomstige beekvaart. Ook de directe omgeving van het veldwerkcentrum staat een metamorfose te wachten. “Al zijn die ideeën en de uitvoering afhankelijk van sponsors en subsidies.” Zo bestaan er plannen om een bostuin aan te leggen bij het centrum. Een zogenoemde Forest Garden, zoals Brinckmann aangeeft. “Een zeer biodivers systeem”, legt hij uit. “In zo’n tuin planten we verschillende planten bij elkaar. Bomen, bloemen en struiken die je doorgaans niet zo snel bij elkaar aantreft.” De bedoeling is dat er ook noten, vruchten en medicinale kruiden in de bostuin worden verbouwd. “Evenals de vloeiweides van het Waterpark moet die bostuin tot een grotendeels zelfvoorzienend systeem uitgroeien. Zo planten we in die tuin ook bomen met vruchten waar vogels op afkomen. Met hun komst zorgen deze vogels weer voor de bemesting van de planten die voor mensen interessant zijn.” Planten die voor een deel eetbaar zijn. “Als we met een groep kinderen door die tuin trekken, is het natuurlijk leuk om zelf jam te maken en daarbij een berkenblad op te eten. Of thee te zetten van dennennaalden.”

Uiteraard zijn er naast giften en subsidies meer inkomsten nodig om deze en overige ideeën te bekostigen. “Want met wat boottochtjes en een kop koffie komen we er niet, vrees ik.” De oplossing ligt volgens Brinckmann ten dele bij het parkeerbeleid. “De parkeerruimte moet in ieder geval worden uitgebreid. Plus dat we het parkeren betaald willen maken.” En juist dat idee• spreekt de gemeente Haaksbergen niet aan. Het Lankheet wordt immers niet alleen bezocht door mensen die een rondleiding willen ofstraks een beekvaart maken. Ook wandelaars, fietsers en dagjesmensen trekken het gebied in. “Maar we willen het landgoed wel op een fatsoenlijke manier kunnen onderhouden. Fietsers en wandelaars vallen evengoed onder de mensen die recreëren. Op dat vlak zijn de gesprekken nog gaande. Ik hoop dat we er op een goede wijze uitkomen.”

Anders kan het nog wel even duren voordat andere dromen verwezenlijkt worden. Het lijstje is nog lang: een kweekkas, de herbouw van een historische theekoepel, een centrum voor hommels die uit de glaskwekerij komen en uitbreiding van de vaart richting de Harrevelder schans bij Buurse. “We hebben nog even de tijd”, aldus Brinckmann. “De ontwikkelingsvisie loopt door tot 2022.”

Tekst: TC Tubantia
Categoriën: De Buurser Pot, De Houtvesterij
Labels: buurserbeek