Fluisterend over de Buurserbeek
Even is het muisstil aan boord van de Buurser Pot. De kleine platbodem fluistert met een slakkengangetje over het water. Je hoort alleen de stilte en dat is een verademing. Als de picknickmand tevoorschijn komt, is het uit met de rust.
Op de boot staat Waterspreeuw geschilderd, maar in de volksmond vaart hier de Buurser Pot. Sinds enkele maanden nog maar. De replica is in een half jaar tijd in elkaar getimmerd door de scheepsbouwers van de Enterse Waarf, met streekeigen hout van het landgoed Lankheet. De naam verwijst naar de witte potklei die vrachtschepen vroeger vanuit Ahaus naar de Deventer’ aardewerkindustrie brachten.
De Buurser Pot vaart sinds een aantal maanden warm. Ze moet een attractie van formaat worden. De Buurserbeek wordt er zelfs voor een paar miljoen voor aangepast. De beek gaat weer meanderen. Er worden drie nieuwe vistrappen aangelegd, opdat ooit de paling en zalm deze kant uit komt. Nu nog vaart de boot een paar kilometer heen en weer. Straks vanaf de monumentale Oostendorper watermolen naar het keerpunt bij de Harrevelder Schans, een voormalig verdedigingswerk langs de weg tussen Haaksbergen en Buurse.
We glijden over het water en zijn de tweede ’lading’ die de Buurser Pot deze snikhete zaterdagmiddag vervoert. Gerrit Bouwhuis staat aan het roer. Op de voorsteven zit Hans Paf, die honderduit vertelt over de kleine platbodem, de beek, de omgeving en nog veel meer. De heren hebben een zeemanspet op en gestreepte kiel aan. Ze schipperen vrijwillig en beleven daar veel lol aan. De gasten aan boord ook. Elfpersonen dit keer en daarmee is het maximum aantal dat kan meevaren wel bereikt. “Om vier uur is het 35 graden”, weet Paf.
Op een schaduwrijk plekje liggen we, op verzoek, even stil. Heerlijk, verkoeling! Aan boord is de picknick begonnen. Iedereen heeft iets lekkers meegenomen, samen is het meer dan genoeg. Hapje, drankje. Biertje of wijntje mag ook, mits het maar geen bachanaal wordt. Onderweg laten we de gele plomp links liggen, inclusief de dartelende libellen en beekjuffers die er zo graag hun eitjes in leggen.
We glippen onder een oude stalen brug door. “De bedieningsbrug van Van Heek, die vroeger naar de villa en het theehuis leidde. Niet meer in gebruik”, vertelt kapitein Paf. “Drie dagen eerder konden we hier niet onderdoor varen, zo hoog was het water toen.”
Stuurman Gerrit geeft even gas. “Pas op, er komt zo een flitspaal”, grapt Paf. De stemming is opperbest. De verhalen zijn mooi. De tocht prachtig. Haaksbergen is een stukje Giethoorn.

