Terug op plek vol tragiek

Nazaten Herschel nemen kijkje op plek verraden schuilplaats in Hoonesbos

Dominic en Joanne Herschel uit Sydney kijken deze week rond op plaatsen waar Dominics vader Izak ooit kwam, en die verbonden zijn aan de oorlogsgeschiedenis van zijn familie.

Het voelt als het afmaken van de tocht die Izak Herschel zelf niet meer kon voltooien. Zoon Dominic Herschel en zijn echtgenote Joanne voelen zich bevoorrecht om vanuit Australië in Eibergen in de familiegeschiedenis van de Herschels te kunnen stappen. Izak Herschel (1921-2016) overleefde immers de Holocaust en bouwde na de Tweede Wereldoorlog ‘Down Under’ als Jack Herschel een nieuw bestaan op.

Izak was in de oorlog als onderduiker bij pastoor Kaeter. Die haalde zijn vlees in de slagerij van de Herschels en stemde toe Izak een schuilplaats te bieden. Omdat de Duitsers een veldpostkantoor op de benedenverdieping van de pastorie hadden ingericht, hadden de pastoor en zijn huishoudster elk slechts een ruime kamer ter beschikking. Achter de wastafel op de kamer van de pastoor was een doorgang naar een nis waarin meerdere mensen zich konden verstoppen. Daarnaast was er achter de pastorie nog een stenen berging met een zolder die als schuilplaats kon dienen. Het verleden van de familie Herschel is geen vrolijk verhaal. Het grootste deel van de familie werd opgepakt en vond de dood in een concentratiekamp. Twee jaar nadat Dominic en Joanne in Eibergen waren, brengt het echtpaar nu opnieuw een bezoek aan het dorp.

Izak Herschel

Izak Herschel

Een groepje vrijwilligers van Stichting ‘Ik vraag me af’ neemt Dominic en Joanne Herschel mee naar landgoed Het Lankheet. Daar, in het Hoonesbos, werd in 1942 een ondergrondse schuilplaats ingericht waar onderduikers een veilig heenkomen konden zoeken op het moment dat hun reguliere onderduikplaats dreigde te worden ontdekt. Slechts landgoedeigenaar Van Heek en jachtopziener Spikker waren op de hoogte van het project. Het is een verhaal met een triest einde, want door verraad werd uitgerekend deze ‘ideale’ schuilplaats bekend bij de SD. De Duitsers verspreidden in maart 1943 het gerucht dat invallen zouden worden gedaan om Joodse onderduikers op te sporen en trokken ’s nachts naar het bos. Daar werden bijna twintig Joodse onderduikers uit Eibergen en Haaksbergen uit de schuilplaats gehaald. Onder hen het Haaksbergse slagersgezin Meijer en Naatje de Lieme-van Bergen en hun zoon Jopie. Het gezin dat vanwege de maatregelen tegen Joden hun slagerij aan de Oosterstraat - de huidige Jhr. Von Heijdenstraat - had moeten opgeven, had ook een veilig heenkomen gezocht in het bos.

onderduikhol van Izak Herschel

Onderduikhol

Eén persoon kon in eerste instantie vluchten maar werd later alsnog opgepakt. Mogelijk zijn op de lijst van 22 opgepakte Joden ook drie personen opgenomen die even tevoren bij een actie in Neede zijn opgepakt. Niemand van de 22 overleefde de vernietigingskampen Sobibor en Auschwitz. Zeven van hen waren familie. Na de oorlog heeft het bijzondere gerechtshof in Arnhem de vermoedelijke verrader tot een werkstraf van tien jaar veroordeeld. Maar mogelijk heeft nóg iemand de Duitsers geholpen het hol te vinden, want de voornaamste aangever schaamde zich en stuurde de SD’ers en hun helpers naar eigen zeggen tegenover café Het Assinkbos - het huidige Danspaleis - het bos in, in plaats van wat meer aan de Eibergse kant. Desondanks werd het hol ontdekt en iedereen afgevoerd. Na de vondst van een dagboek van Jopie de Lieme (32) werd jachtopziener Spikker enkele dagen vastgehouden. Hij dook aansluitend onder.

Landgoedeigenaar Bernard Rouffaer laat Dominic en Joanne Herschel de plek zien die tegenwoordig onderdeel is van een niet opengesteld deel van het 600 hectare grote bosgebied. “Eind vorige eeuw is bij de plek van de schuilplaats ter herinnering een rode beuk geplant. Los van deze beuk kun je trouwens wel zien welke bomen van na de oorlog zijn. De Duitsers hebben enorm veel geveld.”

Buurtbewoner Wim Kemink is tegenwoordig een van de weinigen die nog uit eigen herinnering weet hoe het eruitzag, nadat de schuilplaats werd ontmanteld. De de aanleg van het ‘hoofdhol’ is in eerste instantie overgedaan, nadat bij een eerste poging grondwater in het hol kwam te staan. Daarop is iets verderop op een hogere plek begonnen. Daar werd een circa 4 bij 4 meter groot vertrek ingericht. “Het hol was zo afgedekt dat je het niet kon ontdekken. Als het luik dicht was, zag je er niets van.”

Tekst: TC Tubantia
Categoriën: Het Lankheet
Labels: geschiedenis, WWII, hoonesbos