Traditionele Bevloeiing als UNESCO Erfgoed: Impressies

Op 5 december 2023 is Traditional Irrigation in Europe: knowledge, technique and organization, bijgeschreven op de UNESCO representatieve lijst van immaterieel cultureel erfgoed van de mensheid. Het is een aanvraag met zeven landen geworden: Oostenrijk, Zwitserland, Italië, Duitsland, Luxemburg, België en Nederland.

Voor Nederland is de aanvraag gedaan namens Stichting Waterpark en Veldwerkcentrum Het Lankheet en de Plateaux-Pelterheggen van Natuurmonumenten. De toekenning is bovenal de bekroning van het werk van professor doctor Christian Leibundgut.

Christian Leibundgut (links) en Eric Brinckmann (rechts) zitten op een houten bank onder een boom en delen een lach. Christian heeft een wandelstok en draagt een bruine pet en jas, terwijl Eric een marineblauwe jas draagt. De scène speelt zich af in een grazig buitengebied op een zonnige dag.

Christian Leibundgut (links) en Eric Brinckmann (rechts)

Samen met zijn vrouw Ingeborg Vonderstrass heeft hij alle vloeipraktijken in Europa op de kaart gezet en met elkaar in verbinding gebracht. Helaas is hij overleden net voor de officiële UNESCO toekenning.

Seele des Menschen,
wie gleichst du dem Wasser!

Professor Dr. Christian Leibundgut
10.07.1942 - 20.11.2023

11 April 2024

Uitreiking van de UNESCO-vlag als feestelijke onderstreping dat de traditionele praktijk van (gras)landbevloeiing zich immaterieel erfgoed van de mensheid mag noemen. Kathleen Ferrier, voorzitter van de Nederlandse UNESCO-commissie, kwam vlaggen overhandigen aan Stichting Waterpark & Veldwerkcentrum Het Lankheet te Haaksbergen en aan de Plateaux-Pelterheggen van Natuurmonumenten, Bergeijk.

Een oudere vrouw in groenblauw jasje en witte coltrui geeft een toespraak bij een podium. Achter haar hangt een grote groene kaart van Het Lankheet. De presentatie vindt plaats in een houten ruimte.

Voorzitter Joan Leemhuis-Stout

Mensen staan achter een tafel met rood-wit geblokt tafelkleed en houden blauwe UNESCO-vlaggen vast. Aan de muur hangt een kaart van een waterpark. Op de tafel staan koffiekopjes terwijl het publiek zit of staat te kijken.

Vlnr Eric en Edwina Brinckmann, Kathleen Ferrier

Naast Kathleen Ferrier: vlnr Niels van den Hoogen, Yvonne van Moll, Joris Hurkmans, Koen Jellema

Naast Kathleen Ferrier: vlnr Niels van den Hoogen, Yvonne van Moll, Joris Hurkmans, Koen Jellema

Genodigden waren de bestuurders van de betrokken landgoederen en stichtingen, familie, Burgemeester en wethouders van Haaksbergen, Waterschap Rijn&IJssel, de organisaties en bedrijven waarmee het herstel van de vloeisystemen is georganiseerd en uitgevoerd, Kenniscentrum Immaterieel Erfgoed Nederland, organisaties die de aanvraag voor immaterieeel erfgoed hebben gesteund met steunbrieven, en voorts vaste medewerkers, vrijwilligers, directe noabers en aanwonenden van de Buurserbeek.

Voorzitter van Stichting Waterpark Joan Leemhuis-Stout verwelkomde alle genodigden en leidde de middag in. Zij lichtte de inspanningen toe die hadden geleid tot de erkenning van het element. Edwina Brinckmann-Rouffaer benoemde van de aanwezigen hun betrekking tot het project. Kathleen Ferrier nam het gehoor mee in de waarde van deze erkenning en wat dat betekent: de “zachte” kracht in de maatschappij van samenwerken, gemeenschapsvorming, overdracht van kennis en het zodanig beleefbaar houden van traditionele praktijken dat ze zich ook kunnen vernieuwen en daarmee hun betekenis houden in de toekomst.

Geen erkenning van de bevloeiingspraktijk zonder met elkaar echt te vloeien. Zo verplaatste het hele gezelschap zich naar de Veddersweg voor een vloeidemonstratie onder regie van Wim Dwars. Niels van den Hoogen, gebiedsmanager van Natuurmonumenten lichtte in het veld de praktijk in Brabant toe. Dit alles met Brabantse worstenbroodjes (Nederlands immaterieel erfgoed!) en een drankje.

De mensen staan buiten in een nat weiland. Een gids geeft uitleg aan de groep terwijl ze rondlopen door het gebied.

De vloeipraktijk van Waterpark het Lankheet, Haaksbergen en de Plateaux-Pelterheggen, Bergeijk verkreeg in 2020 de status Immaterieel Erfgoed in Nederland.

20 oktober 2021

Op deze dag vond de formele bijschrijving in het Register Immaterieel Erfgoed plaats in Bergeijk, met een feestelijke ontvangst en rondleiding langs de vloeiweiden. Ward Walraven was de gids. Foto rechtsonder pagina 11, het tekenen van de oorkonde onder toeziend oog van Marco van Baalen, directeur KIEN.

Eind mei volgde een Europese viering in Zuid-Tirol, Italië, in het gebied Malser Haide rond Burgeis, waar nog actief bevloeid wordt. Eric en Edwina Brinckmann waren daar namens Stichting Waterpark /Het Lankheet samen met Niels van den Hoogen en Ward Walraven van Pelterheggen/Natuurmonumenten.

Verzameling beelden van traditioneel Europees irrigatie-erfgoed: vergaderingen, veldbezoeken, traditionele ceremonies in klederdracht, en bergweide-irrigatiesystemen.
Niels van den Hoogen (links), Ward Walraven (rechts)

Niels van den Hoogen (links), Ward Walraven (rechts)

Om te beginnen was er het jaarlijkse “Beiratstreffen”, de vergadering van vertegenwoordigers van alle aangesloten bevloeiingsgemeenschappen. Want nu de erkenning is verwezenlijkt, ligt de vraag voor: hoe gaan we met elkaar verder de toekomst in. Daarna kwamen excursies en festiviteiten: het hele bergdorp liep uit met fanfare en schutterij voorop.

Er waren toespraken op het centrale plein van de burgemeester, tal van regiobestuurders en ook van vloeiers, die hier ‘Waalers’ worden genoemd. Iedere deelnemer van de internationale gemeenschap had beekwater uit zijn streek meegenomen. Hiermee zijn zeven jonge bomen bewaterd, symbool voor de zeven landen die de aanvraag hebben gedaan. deze bomen zijn inmiddels uitgeplant in Burgeis.

Hoogtepunt voor ons was het bijwonen van een bevloeiing met het snelstromende gletsjerwater, uitgevoerd door een zeer ervaren ‘Waaler’. Het oude landschap van de Malser Haide met zijn bloemrijke hooilanden staat helaas onder druk van toenemende fruitteelt, waarvan de hoge productiviteit gepaard gaat met veel bestrijdingsmiddelen.

Deze omvorming bedreigt ook de oude vloeipraktijk. Daarom zijn ze in deze streken blij met de UNESCO-status in de hoop dat die helpt bij het behoud

Voor de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed (RCE) in Amersfoort was de UNESCO-erkenning aanleiding om Stichting Waterpark / Het Lankheet te vragen een overzicht te maken van alle gedocu-menteerde locaties in Nederland waar ooit is bevloeid. Luc Jehee en Eric Brinckmann hebben alle mogelijke (digitale) archieven doorgespit om deze zogenaamde vloeiweidenkaart van Nederland te maken. Op deze kaart is alle verzamelde informatie aan preciese locaties verbonden.

Uiteindelijk heeft het onderzoek zo’n 250 locaties opgeleverd en omvat zeven eeuwen bevloeiingsgeschiedenis, van 1280 tot 1980. De kaart is ingevoerd als kaartlaag van de digitale Erfgoedatlas van de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed (RCE) in Amersfoort.

Ter ere van de UNESCO erkenning organiseerde de RCE op 12 juni in Amersfoort een symposium “Waterbeheer en Cultureel Erfgoed”. Diverse sprekers, vanuit verschillende disciplines, verduidelijkten hoe zinvol het is om naar het verleden te kijken voor kennis en techniek om met watertekorten of waterpieken om te gaan. Dat betreft niet alleen irrigatiesystemen, maar ook de keuze van bouwlokaties, de inrichting van huizen, tot het belang van het houden van vissen in waterreservoirs. Luc Jehee en Eric Brinckmann presenteerden de vloeiweidenkaart van Nederland, digitaal beschikbaar gemaakt door Dian Jansen en Otto Brinkkemper van de RCE.

Oude schrijfwijzen als zoektermen bij het archiefonderzoek: vloeijen, vloijen offte messen, floeijen, floijen, messen und vlöijen, vloij und thuin recht, mit dat water daerop toe genieten, floijinge, vloije, gefloeth, gevloijt, floejen, vloeijjen, gefloijt, vloeiens, gefloijet, gevloeijet, vloeien, te wateren ende te verbeteren

En woorden voor percelen die bevloeid werden: groenlandes, gaerden landts , medeken, maethlandes, hoijlandes en marsgrunt

Ook wordt aan de hand van de woorden zoals: floeijleijdeken, vloijwech, greffte, waterganck, waterleijden, unnd damlegginge, dijken ofte dammen, opgestouwet, ijngeledett, waeter gedreven en vloeigruppe duidelijk dat er watergangen voor aan- en afvoer nodig zijn en dat het water moest worden opgestuwd om het over het perceel te laten stromen.

De UNESCO toekenning, geen sinecure

Tekst: Edwina Brinckmann-Rouffaer

In 2012 verscheen het boek “Stromend Landschap”. Dit boek bekroonde de samenwerking tussen Gert Jan Baaijens en Eric Brinckmann. Van 2000 tot 2007 had Gert Jan Baaijens Eric Brinckmann geadviseerd bij het herstel van de middeleeuwse vloeiweidensystemen op Landgoed het Lankheet. In “Stromend Landschap” is de ongelooflijk omvattende kennis van Gert Jan Baaijens op het gebied van vloeiweiden, bodemgesteldheden en gidsvegetatie gekaderd en tot een werkzaam handboek omgevormd.

Dit boek trok de aandacht van professor doctor Christian Leibundgut, een vooraanstaand Duits hydroloog. Hij had in Groningen aan de universiteit gedoceerd, was ooit getrouwd geweest met een Nederlandse en kende dus Nederlands. Christian Leibundgut, reeds gepensioneerd, werkte samen met zijn echtgenote Ingeborg Vonderstrass, aan een grote taak, namelijk om alle gebieden in Europa waar nog actief en op traditionele wijze bevloeid wordt, te bezoeken, te onderzoeken, fotograferen en inventariseren.

Het boek “Stromend Landschap” verbaasde hem, want dat weidebevloeiing ook in Nederland zo’n belangrijke agrarische praktijk is geweest, was hem niet bekend. Dit was aanleiding om contact op te nemen met Eric en prompt een vloeiweidecongres te organiseren in Nederland om de kennis te bundelen. Dit vond plaats op de RCE in 2015.

Christian Leibundgut streefde er naar om de praktijk van het bevloeien erkend te krijgen als immaterieel erfgoed van de mensheid. Om mee te doen aan die internationale aanvraag moest ieder land eerst de traditionele bevloeiing als immaterieel erfgoed aangemerkt krijgen in eigen land. Voor ons was het duidelijk dat we dit samen met De Plateaux-Pelterheggen van Natuurmonumenten moesten doen: immers de enige andere plek in Nederland waar actief bevloeid werd. Aldus hebben we de casus ingebracht bij het Kenniscentrum Immaterieel Erfgoed Nederland (KIEN). Daarop volgde een cursus op hun kantoor, gevestigd in het Openluchtmuseum in Arnhem.

We hebben daar een heel interessant traject doorlopen. Het legde de vinger op de zere plek: namelijk dat wijzelf met de vloeiweiden op een veel te eenzelvig en daarmee ietwat dood spoor geraakt waren. Hier kregen wij handvatten om veel meer accent te leggen op de overdracht van kennis maar vooral ook op de praktische overdracht, de praktische uitvoering. Het was aanleiding om lijsten met publicaties aan te leggen, om een groep vrijwilligers op te starten, om instructies te gaan geven. Om met veel meer mensen in Nederland contact te zoeken, steun te verwerven zowel bij de gemeente als bij allerlei natuurorganisaties of de historische kring. Om een lessenserie voor de basisscholen te (laten) ontwikkelen. Kortom: om te komen tot een zogenaamd Borgingsplan.

De goede begeleiding van het Kenniscentrum Immaterieel Erfgoed maakte het niet minder spannend of de traditie van de bevloeiing de nationale erkenning zou krijgen: in vaktaal of we van het Netwerk IE zouden doorstromen naar de Inventaris IE. De bevoegde instantie die dat beoordeeld is een onafhankelijke zogenaamde Toetsingscommissie. Maar wij zeiden al tegen elkaar: ook als dat niet zo is dan hebben we hier zo veel aan gehad.

De jaren tussen 2015-2020 zijn nodig geweest om in alle deelnemende landen (die natuurlijk veel groter zijn en veel meer vloeigemeenschappen kennen) het “element” als nationaal immaterieel erfgoed erkend te krijgen. Vanaf 2020 is aan de internationale erkenning gewerkt. Traditional Irrigation in Europe: knowledge, technique and organization, is een aanvraag met zeven landen geworden: Oostenrijk, Zwitserland, Italië, Duitsland, Luxemburg, België en Nederland.

De UNESCO aanvraag is overigens een aanvraag die je niet zelf mag doen; dat wordt van staatswege gedaan. Jouw taak is om die aanvraag inhoudelijk helemaal voor te bereiden.

Om die inhoud met zeven landen op één lijn te krijgen, is geen sinecure geweest. Er is gewerkt aan de hand van door UNESCO geformuleerde vragen over de geschiedenis van het element, welke tradities ermee verbonden zijn, hoe het is ingebed in de sociale gemeenschappen op dit moment, op welke manier het gesteund wordt door regionale overheden, hoe de kennisoverdracht is georganiseerd, hoe de publieksvoorlichting gaat, welke plannen er zijn voor de toekomst.

Overal is de praktijk van het bevloeien verschillend, is de traditie verschillend, de naamgeving anders. Overal kennen de gemeenschappen andersoortige eigendomsverhoudingen, overheidsinstanties en juridische omstandigheden en overal is het landschap anders. Letterlijk moeilijk om te vertalen! En als je dan nog breedsprakig had mogen zijn! Nee, ieder antwoord moest in minder dan 500 of 1000 woorden worden voldaan.

Naast fysieke bijeenkomsten, vergde het vele vergaderingen via internet met tientallen deelnemers, vaak in werkgroepen en subwerkgroepen. Daarnaast moest per land iedere locatie materiaal aanleveren zoals foto’s en films, publicaties, literatuur en niet te vergeten ‘steunbrieven’. Dat zijn brieven waarin locale en regionale organisaties aangeven dat zij vinden dat het bevloeien van grasland belangrijk is voor natuur, landbouw, bodem, historie, samenwerking, sociale verbondenheid, educatie enz.

In Nederland heeft het Kenniscentrum Immaterieel Erfgoed Nederland (KIEN) de aanvraag helpen voorbereiden en gecoördineerd. Naast het KIEN heeft het ministerie van Onderwijs Cultuur en Wetenschappen (OCW) een belangrijke rol gespeeld. Uiteindelijk heeft staatssecretaris Gunay Uslu van Cultuur en Media de aanvraag aan het kabinet voorgelegd, goedgekeurd en namens de regering ondertekend.

Cristina Biasetto en Marie-Theres Bauer van de Oostenrijkse UNESCO-commissie, hebben voortvarend de internationale aanvraag voor de deelnemende landen gecoördineerd. Eén land trekt namelijk de aanvraag, namens alle andere deelnemers, in dit geval Oostenrijk. Zij hebben alle vergaderingen voorbereid en voorgezeten, de teksten samengevat, de vertaling van Duits naar Engels verzorgd. Ook is er een hele mooie introductiefilm gemaakt.

31 maart 2022

Het pakket formulieren, bijlagen en brieven, getiteld “Traditional Irrigation in Europe: knowledge, technique and organization”, is door Oostenrijk in Parijs overhandigd aan UNESCO. Voor Nederland is ambassadeur Hans Carel Wesseling daarbij aanwezig geweest. Vanaf dat moment was het toegestaan om met de pers te communiceren over de nominatie voor de UNESCO status. Op 5 december 2023 kwam de definitieve, positieve uitslag.

Najaar 2023 is de afsluiting van het aanvraagtraject gevierd in het Zwitserse St. Urban. Dit is gecombineerd met de inwijding van het nieuwe internationale centrum voor traditionele bevloeiing, Internationales Zentrum der Traditionellen Bewässerung, het IZTB, een laatste grote wens en initiatief van Christian Leibundgut. St. Urban staat bekend om het gelijknamige cisterciënzer klooster, dat sinds 1850 een seculiere bestemming heeft. Het IZTB is hier thuis omdat de cisterciënzers vanaf de 11de eeuw bevloeiing toepasten op hun landerijen.

Het IZTB heeft daar een mooie kantoorruimte, in deeltijd bemand door Werner Stirniman als coördinator. Hier wordt het archief opgezet, de website gecoördineerd, de administratie rond gezamenlijke ontmoetingen verzorgd, projectgelden geworven, drukwerk verzorgd. Voor de goede orde: er wordt geen geld verstrekt, alleen toegevoegde waarde. Als deelnemende landen hebben we besloten dat Duits de voertaal blijft, met Engels als tweede taal. Met al deze inspanningen is de traditionele praktijk van bevloeien voorlopig geborgd.

Onze zeer gewaardeerde en onvergelijkbare Gert Jan Baaijens is op 25 september 2024 overleden. Zonder hem zouden we nooit de middeleeuwse vloeiweiden op het Lankheet ontdekt hebben. Het landschap is door hem veranderd, evenals onze persoonlijke biografie. Want het onderzoek en de ontwikkelingen omtrent de vloeiweiden, het samenwerken met alle vrijwilligers in de praktijk en de internationale contacten en bezoeken, zijn een onvoorziene kleur in ons leven geworden.

We zetten de levendige nalatenschap van Gert Jan en van Christian voort. Want de kennis, techniek en organisatie van het bevloeien levert een positieve bijdrage aan de klimaatopgaven van deze tijd. En dat betreft niet alleen het fysieke klimaat, maar ook het sociale klimaat tussen mensen.

Er zijn slechts twee manieren
waarop je je leven kunt leiden.
Een is alsof niets een wonder is,
de ander is alsof alles een wonder is.

Albert Einstein

Gert Jan Baaijens
06.04.1944 - 25.09.2024

Categoriën: Landgoed, Het Waterpark
Labels: UNESCO, Immaterieel erfgoed, Bevloeiing, Grasland