Het beheer van bossen op het Lankheet

De bossen op het Lankheet werden van oudsher gekoesterd. Door de eeuwen heen hadden deze een belangrijke economische functie n.l. de levering van bouw en constructie hout voor de lokale en regionale gemeenschap. Vooral de boerenbevolking rondom het landgoed haalden hier het grootste deel van benodigde materialen voor erf en stallen, het z.g. “boerengeriefhout”. Hoe belangrijk hout was, blijkt ook wel uit de akte van aankoop van het landgoed door G.J. Van Heek sr. In 1895, waarin de prijs voor een groot deel van alle staande bomen apart vermeld was. De aankoop was dan ook een goede investering en belegging, los van de andere redenen van Gerrit Jan (jacht en experimenten met bevloeiing). Hoe anders is dat heden ten dage. Voor de mooiste onderstammen is geen andere bestemming dan deze te verspanen tot strooisel in stallen. En het zijn deze lage houtprijzen die er toe geleid hebben om behoudend met de kap om te gaan. Hier schuilt een gevaar in. Bomen zijn een levend organisme en hebben net als mensen lucht, licht, water en voedsel nodig. En is de bevolkings/ bomendichtheid te groot dan treedt gebrek op en stokt de groei of erger verliezen de bomen hun weerstandsvermogen en kwijnen weg. Regelmatig ingrijpen door middel van zuiveren, dunnen of groepenkap is dus noodzakelijk om de bosgemeenschap gezond te houden. Idealiter wordt er gewerkt volgens de richtlijnen uitgewerkt in een z.g. “bosbeheerplan”. Dit plan richt zich op de lange termijn, overeenkomstig de leeftijd van bomen. De weersextremen van de afgelopen jaren hebben de actualiteit van het bosbeheerplan echter aangetast. Schade aan het bomenbestand, ontstaan door ijsregen, onverwachte zomer en winterstormen, wateroverlast en de grote droogte van de laatste 2 jaren werken nog jarenlang door.

Niettemin hebben de gevolgen van de weersinvloeden geleid tot een grootschalige verjonging van bossen op het Lankheet. Hierbij is zo veel mogelijk gebruik gemaakt van de mogelijkheid om deze verjonging op een natuurlijke wijze te doen plaats vinden met behulp van zaadval van de nog staande moederbomen. Het is mede dankzij de vroegere Duitse eigenaren dat het Lankheet over kwalitatief goed genenmateriaal van bomen en zaad beschikt. Bij een rondgang over het Lankheet ziet men meerdere verjongingsvlaktes van diverse leeftijden en houtsoorten. Voor het ontkiemen van het zaad is bodemvoorbereiding belangrijk. Op het Lankheet wordt gewerkt met een daarvoor ( in eigen beheer) ontwikkelde schijvenploeg de “varkenssnuit”om de humuslaag opzij te schuiven. Op deze wijze komt de minerale grond vrij, waarin het zaad kan vallen en contact kan maken met de capillaire werking van het grond/kwelwater. Valt het zaad in de humuslaag dan is de kans op verdroging van het ontkiemde plantje groter. Maar dan blijkt dat er nog een andere complicatie te zijn en wel de stikstof die uit de lucht neerslaat op de bodem.

Stikstof dat enerzijds tot uitbundige groei van grassen en bramen leidt, maar anderzijds toxische verbindingen maakt, waardoor het bos bodemleven (schimmels, bacteriën, aaltjes, kevers, wormen) langzaam uitsterft. En juist dit bodemleven is belangrijk voor de uitwisseling van voedingstoffen met de bomen. De gevolgen van een overmaat aan stikstof vertaalt zich in een verminderende weerstand van de bossen met ziektes tot gevolg: eikensterfte en sinds kort grote sterfte in fijnsparren, maar ook b.v. de essentakziekte. En tenslotte is het Lankheet ook nog geconfronteerd met droge zomers, zodanig dat zelfs het grote heide-ven voor het tweede jaar droogstaat. Inmiddels is de overheid doordrongen van de ernst van bovengenoemde zaken en bezint zich op maatregelen om deze problemen op te lossen. Het Lankheet speelt hier al vele jaren op in, met zijn watersystemen en houtsoortenkeuze. In voorgaande jaren zijn er tussen het jonge plantsoen boomsoorten geplant, die of dieper wortelen, een betere bladvertering hebben, of hogere temperaturen kunnen verdragen: acasia, kastanje, haagbeuk, en esdoorn, boomhazelaar en moeraseik.

Was vroeger hout de voornaamste bron van inkomsten voor het Lankheet. Door de klimaatcrisis wordt in breder verband gesproken, in hoeverre andere nuttige en heilzame diensten van bossen (zuurstofproductie, filtering van fijnstof, zuivering van drinkwater en vastlegging van CO2), die voor het welzijn van de maatschappij van groot belang zijn, vergoed zouden moeten worden.